ARTIS vernieuwt. De oudste dierentuin van Nederland, die in 1838 haar poorten opende, creëert stapsgewijs meer ruimte voor dieren en planten. Dit jaar zijn de leeuwen aan de beurt. Op een andere locatie in het park krijgen ze een nieuw verblijf met meer ruimte en mogelijkheden. De Enk mocht het aanleggen.
Lange tijd leefden de leeuwen op het Kerbert-terras, dat bijna een eeuw geleden het eerste dierenverblijf in ARTIS was, gebouwd volgens moderne inzichten. Met zo min mogelijk tralies en gaas. Maar tijden veranderen. Nu gelden er andere maatstaven. “Als leeuwenverblijf voldoet het niet meer. Het is te klein”, legt projectmanager Caspar van Baal uit. “Maar het is ook een Rijksmonument, dus uitbreiden of verbouwen kan niet zomaar. Daarom verhuizen de leeuwen naar een andere plek.”
Die plek is het voormalige algazellen-verblijf aan de achterkant van het park. Sinds eind 2022 verrijst op die locatie het nieuwe leeuwenverblijf naar een ontwerp van landschapsarchitect Thijs de Zeeuw. Het is niet alleen 10 keer zo groot, het biedt ook veel meer mogelijkheden. In het heuvelachtige savanne-landschap kunnen de leeuwen op de rotsen klimmen, in het zand stoeien, langs de waterkant liggen en een schuilplek zoeken onder één van de nieuwe bomen of de luifel van de tunnel.
Ook voor de bezoekers biedt deze plek meer mogelijkheden. De leeuw en twee leeuwinnen zijn straks van alle kanten te bewonderen, zelfs van heel dichtbij. Door het verblijf loopt namelijk een tunnel die halverwege een verrassende inkijk biedt in de leeuwen-habitat. Afgescheiden door een stalen net en een waterval kunnen bezoekers daar zomaar oog in oog komen te staan met de koning der dieren.
Wie moest dit fraaie plan met veel (eetbare) beplanting uit gaan voeren? Daarvoor werd een aanbestedingstraject gedaan. De Enk kwam als winnaar uit de bus. “Hun plan van aanpak vonden we het best, in combinatie met de prijs en de mensen”, gaat Caspar verder. “Hoe zij de samenwerking met ARTIS zagen, dat sprak ons aan. En ze hadden goed nagedacht over de inrichting van de bouwplaats en de logistiek. Dat is hier toch een uitdaging.”